Zeggenschap

Achteraf gezien is het moment dat ik moest kiezen tussen opname of medicatie een cruciaal moment. Het was een keuze die richting gaf aan een serie keuzes die volgde.

Ik ben gegaan voor opname. Voor het niet handhaven van een vorm van dagelijks leven, voor het loslaten van de status quo en me totaal onderdompelen in het ziek zijn en de basis leggen voor het opbouwen van een nieuw, gezonder bestaan.

Dat kon bij de gratie van het feit dat ik een keuze had. Er was voldoende steunstructuur voor mijn dochter. Het was mijn eerste crisis. De wereld en ik gingen er van uit dat het eens en niet meer zou zijn.

Gek zijn onder gekken is bevrijdend. Na me bijna twee jaar verzet te hebben tegen het ‘niet kunnen’, na twee jaar sterker zijn dan ik was, was het zwak mogen zijn een verademing. Zo een verademing dat ik me, ondanks mijn ziek zijn, realiseerde dat er een gevaarlijk proces gaande was. Toen noemde ik het hospitalisering, nu zou ik het misschien aangeleerde hulpeloosheid noemen. Belangrijk was dat ik me realiseerde dat ik zou kunnen wennen aan ‘zwak’ zijn. Kunnen wennen aan het niet hoeven, niet moeten. Ik realiseerde me dat niet hoeven en niet moeten kon veranderen in niet kunnen …

Het was een andere tijd. Terwijl ik alle zeilen bijzette om weer een leven op te bouwen door actief te worden, hadden instanties daar andere ideeën over. Het toenmalige arbeidsbureau vond mij ‘onbemiddelbaar’. De uitkerende instantie zei ‘maar mevrouwtje u hoeft niet te werken, gaat u maar eerst beter worden’. Het was een vrijbrief om niets te gaan doen. Dat ik niet beter zou worden van thuis zitten was alleen mij helder.

Als ik het had laten gebeuren was ik achter in de bakken beland en zou ik nu misschien in een ‘tegenprestatietraject’ zitten.

Het zwak zijn was verleidelijk. Heel verleidelijk. Waarom ben ik dan toch niet in die valkuil terecht gekomen? Voor een deel toeval. Voor een deel eigenwijsheid. De stigmatiserende houding van de andere kant van de tafel riep bij mij boosheid en verzet op. Ik werd opgegeven! Ik! Ik zou ze wel eens laten zien! De boosheid gaf me kracht om een begin te maken met mijn reintegratieproces. Tegen de klippen op.

Met de beslissing zonder medicatie het proces aan te gaan heb ik mezelf veel aan gedaan. Het was keihard, ontluisterend en confronterend.Tegelijk is daar de heling begonnen die me de zeggenschap terug gaf over eerst het ziek zijn en daarna over mijn herstel.

De verpleegkundige die mij de keuze stelde en niet voor mij maakte was een reddende engel, meer dan ze zelf misschien overzag. Ik zou graag een keer met haar natafelen ;-).

Rotterdam, januari 2016

PS Ik ben niet tegen medicatie. Integendeel ik weet dat het voor veel mensen een zegen is. Mijn beslissing was intuïtief, persoonlijk en zeker geen advies dat ik anderen zou geven.