Bouwen door te breken

Mijn herstel wordt gekenmerkt door schaamteloos gebruik van alles dat ‘werkt’.

Het systeem dat dat heeft opgeleverd, is een organisch gegroeid bouwwerk van zelfhulpstrategieën, therapieën, discipline en Ausdauer. Het is een houtje touwtje gebouw met gangetjes, kamers, verdiepingen en hele vleugels opgebouwd uit trucs, inzichten, mystiek, elastiek, wijsheid, gaffertape en levensmoed. Sommige muren zijn gegoten in beton, andere delen van het gebouw zijn opgebouwd uit leem en stro. Het is een landhuis met een vestingmuur, een ivoren toren en ontvangstkamers.

Het is schitterend. Het is verschrikkelijk. Het hele systeem is een uitwas van coping strategieën die me heel veel hebben opgeleverd maar als systeem niet meer werken.

Ik verdwaal in mijn eigen oplossingen. Ik dwaal in de gangen, opkamertjes en vlierinkjes van mijn eigen herstel. Het systeem brokkelt af. Al een tijdje. En ik redder. Span een zeil over een lekkend dak. Plak een gescheurde ruit dicht en sluit hele vleugels omdat ze te gevaarlijk worden.

Dit schitterende gebouw heeft zijn tijd gehad. Er was geen bouwplan, er zijn geen fundamenten. Het was een tentenkamp en is uitgegroeid tot een vesting. Een icoon. Te groot en te duur om te onderhouden.

Dus ik ben gestopt met stutten en sta in de regen me af te vragen wat te doen. Afbreken en hergebruiken? Omdraaien en weglopen met lege handen? Ik weet het niet.

Ik kampeer in de grote zaal, heb al afscheid genomen maar ben nog niet weg en kies de middenweg. Ergens halverwege tussen het landhuis en de stad heb ik een stukje grond gevonden dat al bouwrijp is. Perfect voor een klein huisje. Als ik dat zou willen. Ik neem de tijd en begin niet willekeurig met bouwen op dat grasveldje. Er zijn namelijk alternatieven. Ik kan een kamer huren in de stad, uit logeren, een tijdje antikraak of bij een bestaand systeem aansluiten. Ik kan een architect inhuren en uitvoerders of samen met anderen een gezamenlijk systeem neerzetten. Ik hoef niet in mijn eentje een nieuwe structuur op te bouwen … ik kan kiezen.

De grote zaal in het landhuis is droog en dient als overgangsverblijf. De rest van het gebouw heb ik losgelaten. Soort van. Ik heb besloten niet meer te redderen. En dat is niet zonder gevolgen.

Het afbrokkelen raakt, met horten en stoten, in een stroomversnelling. Soms is het systeem even stabiel en soms storten er hele muren in. Gisteren ging het ineens heel snel. Met heel veel geraas stortte de ivoren toren in. Dat deed me verdriet. Veel verdriet. Ik heb goede herinneringen aan die toren.

De ivoren toren als veilige plek is niet meer.

Rotterdam, 19 februari 2016

Zeggenschap

Achteraf gezien is het moment dat ik moest kiezen tussen opname of medicatie een cruciaal moment. Het was een keuze die richting gaf aan een serie keuzes die volgde.

Ik ben gegaan voor opname. Voor het niet handhaven van een vorm van dagelijks leven, voor het loslaten van de status quo en me totaal onderdompelen in het ziek zijn en de basis leggen voor het opbouwen van een nieuw, gezonder bestaan.

Dat kon bij de gratie van het feit dat ik een keuze had. Er was voldoende steunstructuur voor mijn dochter. Het was mijn eerste crisis. De wereld en ik gingen er van uit dat het eens en niet meer zou zijn.

Gek zijn onder gekken is bevrijdend. Na me bijna twee jaar verzet te hebben tegen het ‘niet kunnen’, na twee jaar sterker zijn dan ik was, was het zwak mogen zijn een verademing. Zo een verademing dat ik me, ondanks mijn ziek zijn, realiseerde dat er een gevaarlijk proces gaande was. Toen noemde ik het hospitalisering, nu zou ik het misschien aangeleerde hulpeloosheid noemen. Belangrijk was dat ik me realiseerde dat ik zou kunnen wennen aan ‘zwak’ zijn. Kunnen wennen aan het niet hoeven, niet moeten. Ik realiseerde me dat niet hoeven en niet moeten kon veranderen in niet kunnen …

Het was een andere tijd. Terwijl ik alle zeilen bijzette om weer een leven op te bouwen door actief te worden, hadden instanties daar andere ideeën over. Het toenmalige arbeidsbureau vond mij ‘onbemiddelbaar’. De uitkerende instantie zei ‘maar mevrouwtje u hoeft niet te werken, gaat u maar eerst beter worden’. Het was een vrijbrief om niets te gaan doen. Dat ik niet beter zou worden van thuis zitten was alleen mij helder.

Als ik het had laten gebeuren was ik achter in de bakken beland en zou ik nu misschien in een ‘tegenprestatietraject’ zitten.

Het zwak zijn was verleidelijk. Heel verleidelijk. Waarom ben ik dan toch niet in die valkuil terecht gekomen? Voor een deel toeval. Voor een deel eigenwijsheid. De stigmatiserende houding van de andere kant van de tafel riep bij mij boosheid en verzet op. Ik werd opgegeven! Ik! Ik zou ze wel eens laten zien! De boosheid gaf me kracht om een begin te maken met mijn reintegratieproces. Tegen de klippen op.

Met de beslissing zonder medicatie het proces aan te gaan heb ik mezelf veel aan gedaan. Het was keihard, ontluisterend en confronterend.Tegelijk is daar de heling begonnen die me de zeggenschap terug gaf over eerst het ziek zijn en daarna over mijn herstel.

De verpleegkundige die mij de keuze stelde en niet voor mij maakte was een reddende engel, meer dan ze zelf misschien overzag. Ik zou graag een keer met haar natafelen ;-).

Rotterdam, januari 2016

PS Ik ben niet tegen medicatie. Integendeel ik weet dat het voor veel mensen een zegen is. Mijn beslissing was intuïtief, persoonlijk en zeker geen advies dat ik anderen zou geven.