Voorbereiden op ouder worden hoe doe je dat?

Mijn moeder is vorig jaar verhuisd van een leuke flat op Zuid, gelegen aan een park, met een groot balkon. Dat grote balkon en het groen waren voor haar heel belangrijk toen ze een drukke en intensieve baan had. Inmiddels is ze al jaren met pensioen. Ze begint wat minder mobiel te worden, rijdt liever geen auto meer en vond ‘s avonds door dat park lopen onprettig worden.
De rust van dat groen was in deze levensfase ineens geen kwaliteit meer en het perspectief van straks slecht ter been zijn en naar de bomen kijken werd een schrikbeeld. Want mijn moeder is een mensen mens. Ze gaat graag naar concerten en geniet van een glaasje witte wijn op een terrasje. Dingen die een park op zuid niet te bieden hebben. Het besef dat ze nu nog fit genoeg was om een verhuizing aan te kunnen, hebben haar doen besluiten na ruim 45 jaar te verhuizen.
We zijn nu een jaar verder en ze begint al echt haar draai in Bospolder Tussendijken te vinden. Natuurlijk waren er een paar cultuurshocks maar ze heeft steeds heel duidelijk voor ogen gehad waarom ze het deed en wat het haar ging opleveren. En het werkt zoals ze heeft bedacht.

Het heeft mij aan het denken gezet. Want jezelf voorbereiden op ouder worden, hoe doe je dat? Bij ouder worden kunnen allerlei aandoeningen en beperkingen horen maar niemand krijgt ze allemaal of op dezelfde manier en niet met dezelfde intensiteit.
Wat ik zeker weet is dat ik op een gegeven moment minder en op den duur niet meer zal werken. En ik realiseerde me een half jaar geleden dat ik daar onvoldoende op was voorbereid. Ik ben het grootste deel van mijn werkzame leven zelfstandige geweest. Mijn pensioenopbouw was volgens het laatste overzicht 15 euro per maand…
Dus ik heb een financieel plan gemaakt. De streefdatum waarop mijn huis afbetaald moet zijn, is naar voren geschoven. Er is een meerjarig onderhoudsplan voor het huis gekomen. En een spaarplan.
Mijn uitgavenpatroon is al jaren heel laag. Dat was fijn toen ik een paar jaar geleden veel meer vrijwilligerswerk ging doen en hals over kop de participatiesamenleving in dook.
Ook nu is het weer fijn. Want met een beetje meer omzet zijn de plannen haalbaar.

Zondag had ik even een hele korte en intense ontmoeting met een mevrouw die de waarde van soberheid glashelder benoemde. Ze had het over de vrijheid die het niet gehecht zijn aan spullen en status geeft. En ze hield een pleidooi voor een laag uitgavenpatroon. Het was voor ons allebei een feest van herkenning en we keken elkaar grijnzend aan. Dat met dat geld komt wel goed straks.
Ga ik nu nog maar eens nadenken over de rest… wordt vervolgd.

Deze blog is in april 2018 gepubliceerd op www.zorgvrijstaat.nl

Mantelzorg & me

Toen mijn vader eerste ernstige ziekteverschijnselen ging vertonen, realiseerde ik me niet dat ik jaren later een deel van de zorg zou doen. Hij ook niet. Daar zijn we beiden naar toe gegroeid. In de 10 jaar dat hij ziek was werden de goede periodes steeds korter en de minder goede periodes steeds langer en slechter.
In het begin was het ook geen zorgen voor, maar samen gezellige dingen doen die hij niet meer alleen kon. Mijn vader was een sociaal mens; wanneer we samen aten kreeg hij ongemerkt meer binnen dan wanneer hij alleen was. En kon hij alleen niet de moed opbrengen om naar buiten te gaan, dan genoot hij van samen een blokje om en een kopje koffie bij zijn stamkroeg.
Het voelde niet als zorg. Het voelde als verdiepen van de relatie.

De zorg kwam later. Het bed verschonen. Mijn vader wassen. Ook in het ziekenhuis omdat hij liever door ons werd verzorgd dan door vreemden. Ongemerkt schoof de grens van wat ik acceptabel vond om te doen op, met wat hij nodig had. En er zijn een paar momenten geweest die erg naar waren. Maar dat waren ook de momenten waarop hij ons het hardst nodig had en het bijzonder was om er voor hem te kunnen zijn.
Het voelde als zorg. Het voelde ook als verdiepen van de relatie.

Door het zorgen voor mijn vader heb ik een aantal grenzen blijvend verlegd. Het lichamelijk voor elkaar zorgen hoort ook bij zorg en ik weet nu dat ik dat kan. Ik sta niet te springen om de billen van de buurman te wassen, ik ben er ook niet bang voor.

Mijn moeder is super gezond. Ze wordt wel ouder en kwetsbaarder. We doen samen gezellige dingen. We zijn nog lang niet toe aan zorg. De relatie verandert al wel.
We ervaren het allebei als heel waardevol en groeien rustig toe naar wat de toekomst gaat brengen.

Deze blog is in april 2018 gepubliceerd op www.zorgvrijstaat.nl